Ik ben altijd al huiverig geweest voor boeken die geschreven zijn vanuit het perspectief van een jong kind. In het bijzonder als ze heel jong zijn, zoals Anna die in dit verhaal pas vijf jaar oud is. Desondanks wekte dit boek een zekere nieuwsgierigheid bij me op, omdat ik zeer benieuwd was hoe de schrijfster een gruwelijke gebeurtenis zou beschrijven vanuit de ogen van een kind.
Een gezin met twee jonge kinderen gaat kamperen in het Algonquin Park in de wildernis van Canada. Midden in de nacht wordt het gezin overvallen door een zwarte beer. De vader weet zijn kinderen in veiligheid te brengen door ze in een grote koelbox te stoppen, maar overleeft net zoals de moeder van het gezin de aanval niet. Het vijfjarige meisje Anna ontfermt zich over haar tweejarige broertje en doet wat ze kan om zichzelf en haar broertje in veiligheid te brengen.
In het voorwoord staat beschreven dat dit verhaal gebaseerd is op een daadwerkelijk gebeurde aanval van een beer op twee kampeerders. Ook staat er expliciet beschreven dat het verhaal over de kinderen erbij verzonnen is. Dit is logisch, helemaal omdat het een fictief boek is, maar voelde voor mij wel als een afzwakking aan omdat ik vlak voor ik begon te lezen met mijn neus gedrukt werd op het feit dat dit verhaal niet echt is. Het ontnam voor mij op die manier een zekere magie die ik altijd ervaar tijdens het lezen van een boek. Het voorwoord had ik dan misschien liever pas op het einde gelezen.
De schrijfstijl is heel erg wennen en ik was er gedurende het verhaal niet bepaald een fan van. Ik had namelijk niet echt het idee dat ik vanuit iemand van vijf las. Anna gebruikt te veel mooi woorden en is naar mijn idee veel te slim voor haar leeftijd. Dat nam voor mij een stukje realisme weg, hoewel ik wel graag wilde geloven dat ik echt vanuit een vijfjarige las. Waaraan de schrijfster je probeert te laten merken dat je vanuit een jong iemand leest, is bijvoorbeeld de teddybeer die Anna continu bij zich wil hebben en het feit dat ze de gebeurtenissen niet snapt en continu hoop koestert. Maar daarmee vond ik het perspectief niet compleet genoeg.
Hoe dan ook, het verhaal op zichzelf is natuurlijk verschrikkelijk. Het begint met de aanval van de beer en dit vond ik erg heftig om te lezen. Helemaal omdat Anna zelf niet door heeft wat er gebeurt en wat de impact daarvan is en jij als lezer wel. Maar de stukken die daarop volgden begonnen me halverwege het boek lichtelijk te vervelen. Het verhaal bestond voornamelijk uit flashbacks over het verleden van Anne en haar gezin, wat de hele situatie natuurlijk tragischer maakte, maar voor mij was het een beetje teveel van het goede. Veel liever had ik meer willen lezen over de situatie waar Anna op dat moment inzat.
Het einde maakt het er niet veel beter op. Anna heeft nog steeds niet volledig door wat er is gebeurd en blijft maar op haar vader en moeder wachten. Dat is vrij tragisch, maar zorgt er ook voor dat het hoofdpersonage, Anna, dus geen ontwikkeling doormaakt in het boek en dat vind ik zonde. Daarop volgt een epiloog waarin Anna en haar broertje teruggaan naar Algonquin Park en Anna tot een bijzondere ontdekking komt. Dat maakte het einde iets beter, want het was voor mij het enige mooie stuk waarover het einde beschikte.
Goed, of ik een het een aanrader wil noemen betwijfel ik, maar misschien is het simpelweg een kwestie van smaak. Op Goodreads las ik namelijk ook heel lovende recensies over het boek. Toch vond ik het de moeite waard om er een recensie over te schrijven omdat dit boek anders is dan andere boeken door zijn gewaagde perspectief. Voor mij was dat leerzaam en gaf het me de kans om kritisch naar een boek te kijken.
Liefs,
Nienke
Heb jij wel eens een boek gelezen dat geschreven is vanuit de ogen van een kind?
Een gezin met twee jonge kinderen gaat kamperen in het Algonquin Park in de wildernis van Canada. Midden in de nacht wordt het gezin overvallen door een zwarte beer. De vader weet zijn kinderen in veiligheid te brengen door ze in een grote koelbox te stoppen, maar overleeft net zoals de moeder van het gezin de aanval niet. Het vijfjarige meisje Anna ontfermt zich over haar tweejarige broertje en doet wat ze kan om zichzelf en haar broertje in veiligheid te brengen.
In het voorwoord staat beschreven dat dit verhaal gebaseerd is op een daadwerkelijk gebeurde aanval van een beer op twee kampeerders. Ook staat er expliciet beschreven dat het verhaal over de kinderen erbij verzonnen is. Dit is logisch, helemaal omdat het een fictief boek is, maar voelde voor mij wel als een afzwakking aan omdat ik vlak voor ik begon te lezen met mijn neus gedrukt werd op het feit dat dit verhaal niet echt is. Het ontnam voor mij op die manier een zekere magie die ik altijd ervaar tijdens het lezen van een boek. Het voorwoord had ik dan misschien liever pas op het einde gelezen.
De schrijfstijl is heel erg wennen en ik was er gedurende het verhaal niet bepaald een fan van. Ik had namelijk niet echt het idee dat ik vanuit iemand van vijf las. Anna gebruikt te veel mooi woorden en is naar mijn idee veel te slim voor haar leeftijd. Dat nam voor mij een stukje realisme weg, hoewel ik wel graag wilde geloven dat ik echt vanuit een vijfjarige las. Waaraan de schrijfster je probeert te laten merken dat je vanuit een jong iemand leest, is bijvoorbeeld de teddybeer die Anna continu bij zich wil hebben en het feit dat ze de gebeurtenissen niet snapt en continu hoop koestert. Maar daarmee vond ik het perspectief niet compleet genoeg.
Hoe dan ook, het verhaal op zichzelf is natuurlijk verschrikkelijk. Het begint met de aanval van de beer en dit vond ik erg heftig om te lezen. Helemaal omdat Anna zelf niet door heeft wat er gebeurt en wat de impact daarvan is en jij als lezer wel. Maar de stukken die daarop volgden begonnen me halverwege het boek lichtelijk te vervelen. Het verhaal bestond voornamelijk uit flashbacks over het verleden van Anne en haar gezin, wat de hele situatie natuurlijk tragischer maakte, maar voor mij was het een beetje teveel van het goede. Veel liever had ik meer willen lezen over de situatie waar Anna op dat moment inzat.
Het einde maakt het er niet veel beter op. Anna heeft nog steeds niet volledig door wat er is gebeurd en blijft maar op haar vader en moeder wachten. Dat is vrij tragisch, maar zorgt er ook voor dat het hoofdpersonage, Anna, dus geen ontwikkeling doormaakt in het boek en dat vind ik zonde. Daarop volgt een epiloog waarin Anna en haar broertje teruggaan naar Algonquin Park en Anna tot een bijzondere ontdekking komt. Dat maakte het einde iets beter, want het was voor mij het enige mooie stuk waarover het einde beschikte.
Goed, of ik een het een aanrader wil noemen betwijfel ik, maar misschien is het simpelweg een kwestie van smaak. Op Goodreads las ik namelijk ook heel lovende recensies over het boek. Toch vond ik het de moeite waard om er een recensie over te schrijven omdat dit boek anders is dan andere boeken door zijn gewaagde perspectief. Voor mij was dat leerzaam en gaf het me de kans om kritisch naar een boek te kijken.
Liefs,
Nienke
Heb jij wel eens een boek gelezen dat geschreven is vanuit de ogen van een kind?