Fiction Friday #1

15:30


Ik schrijf enorm veel, vooral de laatste tijd kan ik mijn vingers niet meer in bedwang houden en moet mijn toetsenbord overuren draaien. Vandaag wil ik jullie laten kennismaken met mijn nieuwste verhaal en in het vervolg wil ik op vrijdag (Fiction Friday!) vaker schrijfsels van mij met jullie delen. Dit kunnen dus stukjes uit een langer verhaal zijn, maar ook korte verhalen of zelfgeschreven songteksten. 

Allereerst wil ik jullie nog even vertellen dat dit niet het echte begin van het verhaal is, maar een stuk dat zich pas afspeelt na een ander hoofdstuk. Ik heb bewust gekozen dit deel van het verhaal online te zetten en niet het begin, omdat a) ik nog niet tevreden ben over het begin en b) het begin nog erg onduidelijk is, om te begrijpen waar het verhaal overgaat. Dan liever een duidelijker fragment. Ik vind het overigens nog best een beetje spannend om dit online te zetten, omdat ik dit nog aan niemand heb laten lezen en ik geen idee heb wat voor reacties ik kan verwachten. Nou goed, ik laat jullie niet nog langer wachten. Veel leesplezier.

Den Helder, vrijdag 15:30 uur
Het was een moeilijk moment om haar duim voor het eerst omhoog te steken. Desi had van te voren alles precies uitgestippeld, zodat ze niet met nare verrassingen te maken zou krijgen. Allereerst natuurlijk haar manier van vervoer, maar toen ze daar eenmaal over besloten had, ook de beste plek waar ze zou gaan staan. Een plek waar auto’s niet te snel voorbij zouden razen en waar de kans het grootst zou zijn dat ze voor haar zouden stoppen. Het was een benzinestation geworden. 
De reden waarom ze had gekozen om te gaan liften begreep ze nog niet helemaal. Ze had een hekel aan auto’s en alles wat daarmee te maken had. Snelwegen vermeed ze als de beste.  Maar nu had ze er bewust voor gekozen. Misschien was het wel iets symbolisch. 
Toen ze haar arm uiteindelijk uitstak, moest ze een brok in haar keel wegslikken. Als er nu een auto voor haar zou stoppen, kon ze niet meer terug. Hoopvol richtte ze haar blik op de aankomende auto’s.
Nadat ze ongeveer een halfuur langs de weg had gestaan, vond ze het voorlopig wel genoeg geweest. In haar hoofd was alles veel sneller gegaan. Ze had het aantal auto’s dat langs haar hadden gereden niet geteld, maar het moesten er een hele hoop geweest zijn. Ze zuchtte, waarom kon er nou niemand zijn die haar mee wilde nemen. 
Ze haalde haar rugzak van haar rug af en legde het zware ding op de grond. Vervolgens liet ze zichzelf zakken en ging ze op het warme asfalt liggen, de rugzak veilig onder haar hoofd. Ze staarde naar de kleine wolkjes in de lucht,  naar de felle zon die op haar huid brandde en haalde eens diep adem. Nu pas drong de ranzige geur van benzine haar longen binnen. Het maakte dat ze zich lichtjes in haar hoofd ging voelen. 
Ze was drie kwartier weg. Zouden ze haar al missen? Zouden ze doorhebben dat ze er niet meer was? Haar vader niet, waarschijnlijk. Ruben daarentegen. Ze kon nu nog terug. Als ze hier maar lang genoeg bleef liggen en niet meer zou proberen een lift te krijgen. 
Maar ze wilde niet terug. Het feit dat ze hier alleen al was deed haar doen realiseren dat ze echt weg wilde. Dat ze nu begonnen was en dat ze het af zou moeten maken ook. Ze probeerde zichzelf te vermannen en stond weer op. Haar rugzak liet ze eenzaam liggen. 
Ze stak haar duim weer op. Ze zwaaide wild met haar arm, naar elke auto die aan haar voorbij reed. Het voelde wanhopig, maar ze moest doorzetten. Uiteindelijk zou er echt wel iemand voor haar stoppen, die misschien medelijden met haar had en besloot haar mee te nemen. Of een nieuwsgierig iemand, die zich afvroeg waarom ze zo panisch stond te zwaaien langs de weg. 
Dagenlang had ze gefantaseerd over de bestuurder die voor haar zou stoppen. De ene keer was het een oude vrouw, die later aan haar kleinkinderen zou vertellen dat ze een jong meisje in haar auto had gehad. De andere keer was het een oude man, die haar zou ontvoeren en later verkrachten. Dat laatste gaf haar telkens weer kriebels. Maar ze had er geen rekening mee gehouden dat er niemand voor haar zou stoppen. 
De tijd vloog voorbij, samen met de auto’s die niet voor haar stilhielden. Op het moment dat Desi zo ver was om het officieel op te geven en er mee te stoppen, zo ver was om weer terug naar huis te gaan, tegen haar broertje zou liegen door te zeggen dat ze bij een vriendin was geweest en dat hij stom was om te denken dat ze was weggelopen, verminderde een grijze auto zijn vaart. 
Ze twijfelde of de auto daadwerkelijk voor haar stopte en keek nog eens goed om haar heen om te kijken of hij niet voor iemand anders stopte. 
Precies voor haar hield het gevaarte stil. Het raampje schoof omlaag en Desi zag hoe twee nieuwsgierige gezichten haar aanstaarden. “Waar moet je heen?” vroeg de jongen die achter het stuur zat, met een Vlaams accent. Hij kon nooit veel ouder zijn dan achttien en Desi vroeg zich af hoe lang hij zijn rijbewijs al had. 
“Maakt niet uit,” antwoordde ze nonchalant. “Waar gaan jullie heen?”
“Brussel,” zei de andere jongen, die op de bijrijdersstoel zat. Ook hij had een Vlaams accent. “Ga je mee? We hebben genoeg ruimte op de achterbank en we kunnen wel wat gezelschap gebruiken.” Hij richtte zijn blik op de andere jongen. 
Brussel, herhaalde Desi in haar hoofd. Dat was zeker een paar uur rijden, een paar uur verder van haar vader vandaan. Vanbinnen voelde ze zich opeens stukken zelfverzekerder. “Ik ga mee,” besloot ze. 
“Tof!” riep de jongen achter het stuur. “Gilles, help jij haar even met haar rugzak?” 
Desi nam aan dat de jongen naast hem Gilles was. Hij rolde met zijn ogen, maar stapte uit de auto en pakte haar rugzak op. “Ik gooi hem in de achterbak,” zei hij. “Jij kan wel achterin gaan zitten.”
Desi opende de deur van de auto en achter de lege stoel van Gilles zitten. Het eerste wat ze deed was het vastzetten van haar gordel. “Hoi,” zei ze vervolgens een beetje verlegen tegen de jongen die nog steeds achter het stuur zat, “ik ben Desi.”
“Mason,” antwoordde hij, “en die andere jongen is Gilles, hij is mijn neef.”
“Komen jullie uit België?” vroeg ze nieuwsgierig, ook al was het een vrij domme vraag, vanwege hun accenten. 
Via de achteruitkijkspiegel glimlachte hij naar haar. “Ja,” bevestigde hij, “we komen allebei uit Brussel. We studeren daar en dit weekend waren we op familiebezoek in Den Helder. Mijn oom en tante wonen hier, het zijn de ouders van Gilles.”
De klep van de achterbak werd weer dichtgeslagen en Gilles ging weer in de auto zitten. Hij draaide zijn hoofd een kwartslag en keek Desi nieuwsgierig aan. “Dus,” zei hij, “stel jezelf eens voor. En vertel eens waarom je zo eenzaam en alleen langs de weg stond.”
Ondertussen startte Mason de auto en reed hij via de afrit van het benzinestation de snelweg op. 
“Mijn naam is Desi,” herhaalde Desi. Daarna haperde ze even, om te bedenken wat ze tegen de jongens zou zeggen. “Ik ben op avontuur. Ik probeer al liftend zo ver mogelijk te komen.” Het was volslagen onzin, maar ze kon moeilijk vertellen dat ze op de vlucht was voor haar vader en simpelweg wat afleiding zocht. 
Desi zag hoe Mason zijn wenkbrauw ophaalde en oogcontact zocht in de achteruitkijkspiegel, maar Desi ontweek zijn blik. Het leek alsof hij haar niet geloofde.
“Gaaf,” verzuchtte Gilles, die haar overduidelijk wel geloofde. “Dat moeten wij ook eens doen, Mees.” 
“Hmm,” mompelde Mason. Hij klonk niet helemaal overtuigd. “Misschien.”


Dat was het voor vandaag. Wie weet dat ik in de toekomst nog wel meer stukjes uit dit verhaal op mijn blog zet. Laat me vooral even weten wat je van dit stukje vind en ook wat je van de nieuwe rubriek Fiction Friday vind. Alvast bedankt! 

7 opmerkingen

  1. Echt goed geschreven zeg! Zoiets heb ik vroeger ook vaak geprobeerd, maar dat is echt bagger vergeleken met dit. Ga je het afmaken? Dat zou echt tof zijn! Fiction Friday is echt een leuke rubriek, moet je zeker mee doorgaan. Het is leuk om af en toe wat verhalen etc. van je te kunnen lezen! Liefs

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor je lieve reactie Fenna! Ik ben in ieder geval wel van plan het af te maken, heb namelijk alles al ongeveer in mijn hoofd zitten :)

      Verwijderen
  2. Nien, je maakt me nu echt heel erg nieuwsgierig! Zo goed geschreven! En fiction friday, ik word er blij van! Liefs, Klaske

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Fiction Friday? Ik zeg leuk!

    Lots of love!

    bluestic.blogspot.com

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Oooh, goed geschreven. Ik vind Fiction Friday helemaal mooi. Deze verhalen wil ik nog wel eens gaan lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dit stukje verhaal is echt goed! Ben sprakeloos

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Yes please! Meer hoef ik niet te zeggen, ofwel? Ik ben heel benieuwd naar het vervolg (of het liefst: de vervolgen)!

    BeantwoordenVerwijderen