Vakantie & Verhalen
06:00Ongeveer een week geleden begon voor mij de vakantie. En voor mij betekent vakantie vrije tijd en dus ook extra tijd om te werken aan mijn verhalen. Aangezien het laatste verhaal dat ik schreef compleet afgerond is, begon ik een tijdje geleden aan een nieuw verhaal. Ik wil jullie alvast een sneak peak geven, door jullie een stuk van het begin weg te geven, omdat ik jullie graag wil laten lezen waar ik zoveel tijd instop.
"Vanuit mijn perspectief hadden mijn ouders zich nooit mogen voortplanten. Wat voor goeds kon er nou ontstaan uit jonge onvolwassen vrouw, net in de twintig en haar dronken vriendje, die volgens mijn moeders verhalen nooit echt van haar hield. Ik was een ongelukje, ongepland en ongewild.
Als mijn ouders zich nou hadden ingehouden, lag ik nu niet
bibberend in de ijzige kou. Voelde ik me nu niet zo vreselijk zielig en hoefde
ik mijn abnormale zelfmedelijden niet goed te praten. Maar helaas, ik lag hier
toch.
Het was dan wel mijn eigen beslissing geweest, maar ik
voelde me toch schuldig tegenover de mensen die toch zeker zes jaar liefhebbend
voor me hadden gezorgd, of in ieder geval een poging hadden gedaan tot. Toch
had ik het idee, dat wat ik deed goed was. Goed voor mijzelf. Ik had dit veel
eerder moeten doen.
Zacht gekraak vulde de stilte, waarin ik me juist zo op mijn
gemak voelde. Ik schrok op en een akelig gevoel bekroop me. Waren hier muizen?
Was hier misschien een persoon? Of was ik toch paranoïde geworden van de kou en
verbeelde ik me het gekraak alleen maar?
Mijn hoofd probeerde mijn gedachten te verdringen en zich te
focussen op het gekraak wat ik zojuist nog hoorde. Nogmaals vulde het krakende
geluid de ruimte. Het leek van boven te komen. Mijn handen zochten in het
donker naar het zakmes, die ik voor noodgevallen had meegenomen. Het moest
ergens naast me liggen. Voorzichtig pakte ik het ding en klemde het stevig vast
tussen mijn handen.
Gewapend met zakmes en al, kroop ik voorzichtig onder mijn
deken vandaan. Het gekraak werd steeds luider en kwam dichterbij. Hoe beter ik
luisterde, hoe meer ik het geluid begon te identificeren met het geluid van
voetstappen, er moest hier iemand zijn. Hij
had me toch niet nu al gevonden?
De voetstappen kwamen steeds dichterbij en ik ging
geluidloos tegen de muur aanstaan. Ik kon het niet riskeren gezien te worden. In
mijn achterhoofd bedacht ik me dat ik hier best onveilig was. Als er iets met
mij zou gebeuren, zou de kans groot zijn dat niemand me zou vinden. Dat gevoel
maakte me angstig en deed me twijfelen of het nou wel echt een goed idee was
geweest hier heen te gaan.
Vlak voor mij hielden de voetstappen stil. Mijn hart klopte
in mijn keel en mijn ogen had ik van de spanning stijf dicht geknepen. Ik mocht
niet gezien worden, ik mocht niet gezien worden.
Toen er na een paar seconden nog steeds niks gebeurd was,
durfde ik mijn ogen langzaam te openen. Het was donker, ik kon haast geen hand
voor ogen zien, maar het figuur van de persoon die voor mij stond was duidelijk
zichtbaar. Hij was het niet, daar was
het gestalte te klein voor. Opgelucht hoopte ik vurig dat het dan geen zwerver
was.
Onverwachts verblinde fel licht mijn ogen, waar kwam dat
opeens vandaan? Na een paar keer knipperen, waren mijn ogen gewend aan het
licht en keek ik een beetje verdwaasd recht in het gezicht van een jongen.
“Hoi,” zei de jongen, zijn stem was zacht, haast
onverstaanbaar, maar was gevuld met zelfvertrouwen. “Wat doe je hier?”
Mijn hoofd zocht hevig naar een geloofwaardige verklaring.
“I-ik,” stotterde ik. Vaag bedacht ik me dat ik deze jongen helemaal geen
verklaring schuldig was. Ik haalde diep adem. “Wat doe jij hier?”
De mondhoeken van de jongen krulden omhoog en het viel me nu
pas op dat het licht van zijn zaklamp kwam. “Ik vroeg het eerst. Wat doet een
jong meisje als jij, helemaal alleen, in een verlaten schuur?”
Ik beet op mijn lip en dacht koortsachtig na. Ik wist niet
wat ik tegen hem moesten zeggen. Met zijn zaklamp scheen hij op mijn deken en
mijn rugzak, die gevuld was met levensmiddelen. “Ik ga hier slapen,” antwoordde
ik toen vaag. “Nu jij.”
“Ik ook,” zei de jongen. “Boven is het veel warmer,”
vervolgde hij toen, hij klonk veel vriendelijker dan eerst.
“O ja?” zei ik. Daarna wist ik niet meer wat ik moest
zeggen. Mijn hoofd zat dan vol vragen, maar ik wilde niet onbeleefd zijn door
hem dood te gooien met vragen.
De jongen was even stil, waarschijnlijk ook niet zeker van
wat hij moest zeggen. “Ja, misschien wil je ook boven komen liggen?”
“Ja graag, ik hou het niet uit hier met deze kou,”
antwoordde ik, voordat ik überhaupt had kunnen nadenken over de intenties van
deze jongen. Hij leek me even oud als ik, maar wie weet was hij wel een
gevaarlijke crimineel.
“Volg me maar,” zei hij.
Nog steeds een beetje overdonderd pakte ik voorzichtig mijn
deken op en deed mijn rugzak op mijn rug. Mijn zakmes borg ik zorgvuldig op in
mijn broekzak. Vervolgens volgde ik de jongen een oude, krakende ladder op. En
op dat moment moest ik denken aan mijn pleegouders. Zouden ze me al missen?"
Dit was het voor nu, als jullie het nou leuk vinden om hier meer van te lezen, raad ik jullie aan mijn blog te blijven volgen, want wie weet post ik nog wel eens meer van dit verhaal :). Laat me vooral weten wat je er van vindt!
1 opmerkingen
Het begin is gelijk spannend, ik wil zeker meer lezen! Je kan goed schrijven.
BeantwoordenVerwijderen